Revalidatie in de voetballerij houdt in dat je met voetballers werkt om hen weer terug te brengen op het oude niveau, het oorspronkelijke niveau te herstellen. Als de voetballer belast mag worden, dan gaat het herstel/revalidatie proces in op het veld. Het trainingsprogramma wordt opgesteld om de basis eigenschappen en sport specifiek te gaan trainen. Tijdens dit programma is conditie het belangrijkste factor. Tijdens de training zal er veel aandacht aan het herstel van conditie zijn.
Conditietraining bestaat uit verschillende motorische vaardigheden zoals lenigheid, kracht, snelheid en uithoudingsvermogen. Tijdens voetbal ben je continue aan het draaien, wenden, keren, en zeer korte sprints aan het lopen. Wat heel belangrijk is bij het snel kunnen lopen is de techniek. Een goede loopstijl zal er bij dragen dat de voetballer doelmatig en efficiënter gaat lopen, hierdoor het beter en langer vol kan houden tijdens een voetbalwedstrijd.
Een voetballer moet snel kunnen reageren op alle spel situaties, er komt veel reactiesnelheid en wendbaarheid bij kijken.
Voetballers die looptraining krijgen bewegen makkelijker, lichtvoetiger en kunnen daarom ook in spelsituaties sneller reageren en de bewegingshandigheid is groter.
Warming up:
Goed 5 min rustig inlopen rondom het veld, ademhaling en hartslag verhogen.
Specifieke dynamische oefeningen: 10 min
•Kruispas
•Aansluitpas
•Knieën heffen, ook omste beurten
•Hakken billen, ook omste beurten
•Schietbeweging
•Lies open draaien
•Lies naar binnen draaien
•Wenden en keren (vooruit-achteruit)
•Voorwaarts en achterwaarts ook op sneller tempo
Verlenging van de warming up: 15 min
1.Touwladder (alleen, vooruit en zijwaarts met tempo ophoging)
2.Touwladder (met uitbreiding zijwaarts wenden om de pionnen)
3.Touwladder (met zijwaarts wenden om de pionnen, sprong over poortjes met 2 benen)
Elke onderdeel wordt eerst geoefend voor beheersing, tijdens deze oefenfase uitleg wat er verwacht wordt wat betreft voet en romp plaatsing.
Wendbaarheid: 15 min
Uitleg over voet plaatsing tijdens het rennen, wenden van de voeten.
1.Loopafstand tussen de pionnen waarbij accent ligt op de korte kleine explosieve stappen.
2.Loopafstand vergroot waarbij nu ook gelet wordt op het vervolg na de korte sprint. (passen die geleidelijk aan groter en langer worden.
3.Loopafstand variëren van kort naar lang, van voor naar achteruit, van zijwaarts hierbij uitleg over plaatsing van de voeten en romp.
a. Deze uitbreiding met afsluitende passing (hierbij coördinatie tussen snelheid lopen en gecontroleerde eindpassing.)
Beschikbare blessure informatie
Voetbal blessure vrij, KNVB.